You go girl! De ervaringen van vrouwen met bètaonderwijs en -beroepen

Posted 12 April 2021 by Sónia Reis

Wat kunnen we doen om meisjes op de middelbare school te steunen bij het kiezen voor een bèta-technische richting en -carrière? In een wereld waar wetenschappelijke en technologische oplossingen hard nodig zijn, kunnen we niet de helft van de talenten uitsluiten. We hebben meisjes en vrouwen nodig! Ons T3 lerarennetwerk begrijpt hoe belangrijk het is om meisjes te motiveren om voor STEM (Science, Technology, Engineering & Mathematics) te kiezen. Vier Europese T3-leraren en twee studenten delen hun ervaringen met gendervraagstukken, lesmethoden en STEM-onderwijs.

Doen jongens en meisjes het even goed in STEM?

“In mijn natuurkundeles is de verhouding jongens-meisjes meestal 50:50,” zegt lerares Cathy Baars. “Ze presteren even goed, dus er is geen reden voor meisjes om niet voor STEM te kiezen.“ Lerares natuur- en scheikunde Fernanda Neri ziet op haar school in Portugal ook een gebalanceerde verhouding tussen jongens en meisjes.“ Kijkend naar hun cijfers merk je geen verschil in hoe ze presteren. Wat ik wel zie is dat meisjes en vrouwen soms minder bereid lijken om risico's te nemen’. Zo zijn er veel vrouwelijke leraren op school. Maar als we een T3-training hebben waarbij nieuwe technologie wordt geïntroduceerd, laten ze het soms aan de mannen over om ermee te werken 'omdat zij daar beter in zijn.' Het gevolg is dat vrouwelijke leraren de kennis niet kunnen overdragen aan hun leerlingen.”

Fernanda Neri (rechts) bij een Erasmus-projectbijeenkomst over de kracht van wiskunde.

Om meisjes te stimuleren om voor STEM te kiezen, heeft de Duitse regering een speciale Girls Day ingesteld. ”In 2019 mochten drie van onze leerlingen aan bondskanselier Angela Merkel laten zien dat meisjes net zo goed zijn als jongens,” vertelt Mirco Tewes, leraar van het Primo Levi Gymnasium. ”Hun presentatie heette 'hoezo, meisjes kunnen niet parkeren?' Daarbij gebruikten ze TI-technologie om een robotvoertuig met parkeerhulp te programmeren en liezen ze zien hoe autonoom parkeren werkt. De ervaring heeft de beroepskeuze van de meisjes mogelijk beïnvloed. Een van hen besloot biomedische techniek te gaan studeren, een leerling nam een tussenjaar en het derde meisje studeert wiskunde in Berlijn.”

Leerlingen van het Primo Levi Gymnasium met kanselier Angela Merkel op Girls Day in Duitsland

 Werden meisjes anders behandeld toen jij op school zat?

De Portugese studente Ana (25), die aan een PhD in quantum computing werkt, heeft zelf nooit het gevoel gehad dat ze op de middelbare school anders werd behandeld omdat ze een meisje is.  Ik herinner me wel dat ik van jongs af aan hoorde dat meisjes liever scheikunde deden en jongens liever natuurkunde. Hoe dat zo gekomen is, weet ik niet. Misschien is er inderdaad een verschil in de manier waarop onze hersenen werken. Of dit is een patroon dat aan de basis staat van onze keuzes, dat door culturele en sociale invloeden wordt bevestigd. Maar dit hoorde ik dus al toen ik klein was, in grapjes en gesprekken.”

PhD-student Ana deelt als master in physical engineering hoe zij haar onderzoekscarrière ervaart

De Nederlandse studente geneeskunde Eva (24) heeft een soortgelijke ervaring. “Het aantal jongens en meisjes dat een technisch profiel koos was redelijk in balans, maar de vibe was dat meer meisjes een cultureel profiel kiezen. Ook werd het sneller geaccepteerd als meisjes wiskundevakken kozen die 'makkelijker' zouden zijn, zoals wiskunde A of C. Dat betekende dat verschillende leerlingen in de zomer alsnog een examen wiskunde B moesten doen om op een technische universiteit te worden toegelaten.” T3-leraar Cathy Baars vindt dat leraren alert moeten zijn op bevooroordeeldheid. “Bijvoorbeeld dat als een jongen een eindcijfer 6 scoort, hij door mag gaan met natuurkunde, maar als een meisje een eindcijfer 6 haalt, er twijfels zijn over haar capaciteiten.“

De Nederlandse lerares had zelf een positieve ervaring op de middelbare school, wat volgens haar waarschijnlijk kwam ”doordat ik erg nieuwsgierig was naar wetenschap en erin uitblonk.” Thérèse Froehlich, lerares ICT aan de Europese school van Straatsburg, had een andere ervaring. Zij ging in tegen het schooladvies dat zij kreeg om niet verder te gaan met STEM. ”In mijn eerste jaar op de middelbare school vertelde mijn klassenleraar me dat ik niet voldeed aan het profiel van een bètaleerling,” vertelt ze. ”Haar suggestie was dat ik me in plaats daarvan op literatuur zou richten. Maar ik gaf niet op en verliet de school met een BAC C, een baccalauréat in wiskunde, natuurkunde en scheikunde.”

Wat motiveert meisjes om STEM te kiezen?

“De opdrachten en problemen zijn als een spel voor mij, ik vind het leuk om de oplossingen te vinden,” zegt de Portugese promovenda Ana, die altijd al wist dat ze een STEM-studie wilde volgen. ”Ik hou ervan om dingen te beredeneren en niet om feiten uit mijn hoofd te leren, dus het was een logische keuze voor mij.” Haar moeder, natuur- en scheikundelerares Fernanda Neri, zegt dat het haar 'briljante' natuur- en scheikundeleraar in de tweede klas was waardoor ze van het vak ging houden. ”Ik vind het vooral mooi dat we met natuur- en scheikunde de wereld waarin we leven kunnen verklaren,” zegt Fernanda. ”In de bovenbouw kreeg ik de slechtste leraar ooit, maar dat was uiteindelijk een stimulans voor me. Hierdoor zag ik dat een leraar een lievelingsvak kan verpesten - en juist dat motiveerde me om een leraar te worden die leerlingen inspireert. Als vrouw ben ik een voorbeeld voor de meisjes in mijn klas. Dus als ze zien dat ik met gemak labexperimenten doe, kan programmeren en met elektriciteit werken, dan hoop ik dat ze snappen dat dit niet alleen voor jongens of mannen is. Ik laat meisjes ook graag ervaren dat het geen probleem is als je een keertje faalt.”

Die voorbeeldfunctie van leraren lijkt van grote invloed te zijn. De Nederlandse studente Eva zegt dat ze geïnspireerd werd door haar natuurkundelerares, die erg enthousiast was. ”Zij viel op tussen al die stoffige mannen. Bij algemene natuurwetenschappen leerde ze ons over epidemiologie en hoe ziekten ontstaan, dat vond ik zo interessant. Ze motiveerde me om voor geneeskunde te kiezen, en in die zin opende ze nieuwe deuren voor me. Achteraf gezien koos ik voor bepaalde vakken omdat ik de leraar die ze gaf aardig vond,” zegt ze. ”Zonde, want zo koos ik niet voor scheikunde omdat we een inspiratieloze leraar hadden en kwam ik er pas op de universiteit achter hoe leuk ik dat vak vind.”

Cathy Baars merkt ook wel dat ze een rolmodel is en dat ze meisjes daardoor helpt om voor STEM te gaan. ”Tijdens een project waarbij leerlingen werkten aan het programmeren van het robotvoertuig TI-Innovator Rover, vond een van de meisjes dat zo leuk dat ze besloot om hierin een opleiding te volgen. Ze koos ervoor om een technische hbo-opleiding te doen en zich te specialiseren in computergestuurd bankwerk. ‘U heeft mijn carrière vormgegeven', vertelde ze me later.”

Natuurkundelerares Cathy Baars (rechts) met een van haar klassen.

Tijdens haar master elektrotechniek en automatisering raakte de Franse lerares Thérèse Froehlich geïnspireerd door de lesmethoden van haar lerares elektronica. ”Zij sprak over elektronische componenten alsof het kleine levende wezens waren. Elektronische montages waren groepjes kinderen die samen voor natuurkundige verschijnselen zorgden. Zo wist ze mijn interesse in elektronica te prikkelen en me een andere manier van lesgeven te laten zien.

Wat kunnen leraren doen om meisjes te helpen succesvol te zijn in STEM?

Thérèse Froehlich heeft dezelfde lesmethode overgenomen als die van haar lerares elektronica. ”En ik heb meer laboratoriumexperimenten ingevoerd om meisjes erbij te betrekken,” zegt ze. Fernanda Neri pusht meisjes bewust om vooraan te staan en moedigt hen aan om hands-on experimenten uit te voeren. ”Ik merkte dat als leerlingen uit verschillende opdrachten konden kiezen, alleen de jongens voor een programmeer-activiteit kozen,” zegt ze. ”Dus de tweede keer dat ik het project deed, drong ik er bij meisjes op aan om mee te doen met coderen en experimenteren. Zelfs toen keken sommige meisjes alleen toe, in plaats van actief deel te nemen. Ze leken bang om het te verprutsen of fouten te maken. Nu ik me daarvan bewust ben, moedig ik meisjes dus aan om uit hun comfortzone te stappen en te laten zien waartoe ze in staat zijn.”

Portugese leerlingen werken aan het rolstoelproject ‘Telepathy Physics’ waarmee ze een prijs wonnen.

Cathy Baars heeft gemerkt dat meisjes vaak interesse in specifieke onderwerpen delen, zoals kennis van het menselijk lichaam. ”We werken af en toe met Flipping the Classroom, waarbij leerlingen zelf bepalen aan welke taak ze gaan werken,” vertelt ze. ”Dit motiveert meisjes om onderwerpen te kiezen die zij interessant vinden. Meisjes vonden het ook erg leuk om scripts te schrijven in Python en zo kunst te maken, een introductieproject dat ik bedacht om te leren coderen. Omdat de meisjes zo gemotiveerd waren, namen ze bij een volgend project het grootste deel van het programmeerwerk op zich. Wat ook goed werkt is de scrum-methode, waarbij leerlingen zelf groepjes maken op basis van de talenten en vaardigheden van de deelnemers. Dat zorgt automatisch voor een goede verdeling tussen jongens en meisjes. De methode stimuleert zowel jongens als meisjes; ze ervaren dat ze specifieke vaardigheden hebben die bijdragen aan het succes van de hele groep.”

Waarom zouden meisjes moeten kiezen voor een STEM-opleiding en -carrière?

Elk meisje dat bèta wil studeren, moet ervoor gaan, vindt Cathy Baars. ”Als leraar benader ik mijn leerlingen op een volledig genderneutrale manier. Bij mij draait het lesgeven vooral om leerlingen de schoonheid van natuurkunde te laten zien.” Studente Eva vindt dat meisjes vrij moeten zijn in hun opties en keuze, maar het overstimuleren om voor bèta te kiezen vindt ze niet goed. ”Elke leerling moet de opleiding en het beroep kiezen waar ze talent voor hebben,” zegt ze. Ana is het daarmee eens en is blij met haar keuze. ”Quantum computing is heel leuk omdat het een heel nieuw onderzoeksgebied is. Ik denk wel dat we het beeld moeten veranderen dat vrouwen het op bepaalde gebieden moeilijker hebben dan mannen, zodat de nieuwe generatie leerlingen zich daar niet door laat beïnvloeden. STEM-loopbanen zijn heel goede loopbanen, interessant en met potentieel. Vrouwen moeten zich niet laten remmen door onzekerheid of angst. Als ze STEM-onderwerpen leuk vinden, moeten ze daarvoor gaan. We kunnen alles bereiken als we hard werken.”

Nederlandse leerlingen werken aan een natuurkundeproject